Koenjit (Geelwortel): de aromatische en kleurende wortel uit de Aziatische keuken
Koenjit, ook wel geschreven als koenir, is de wortelstok van de plant Curcuma domestica, beter bekend onder de Nederlandse naam kurkuma of geelwortel. Deze specerij is al eeuwenlang een onmisbaar ingrediënt in de Aziatische keuken en wordt geroemd om zijn warme aroma en karakteristieke gele kleur.
Kleur, smaak en gebruik
De diepgele kleur van koenjit zorgt voor de herkenbare tint in veel oosterse gerechten, en dan met name in kerriegerechten. Maar koenjit doet meer dan alleen kleuren: het voegt een subtiele, aardse en licht bittere smaak toe die goed samengaat met andere specerijen.
Koenjit is verkrijgbaar in twee vormen: vers (als wortel) of gedroogd en gemalen tot poeder. In beide gevallen is het belangrijk om de specerij niet rauw te gebruiken. Rauw is de smaak te scherp en wrang; pas wanneer de koenjit kort wordt gebakken, geroosterd of meegekookt, komen de aroma’s tot hun recht en verdwijnt de wrange ondertoon.
Onmisbaar in kerrie en meer
Koenjit vormt een vaste waarde in vrijwel elk kerriemengsel. Het is het basiselement dat kleur en diepgang geeft aan curry’s, soepen, stoofgerechten en zelfs rijstgerechten zoals nasi kuning (gele rijst). Naast zijn culinaire waarde wordt koenjit ook vaak geprezen vanwege zijn mogelijke gezondheidsvoordelen, hoewel die vooral buiten de keuken worden onderzocht.